9 Algemeen geaccepteerde ‘regels´ die niet waar zijn
Weet je hoe ze in sommige landen olifanten trainen om niet weg te lopen bij hun eigenaar? Het is heel simpel. De olifant krijgt op jonge leeftijd een een touw om zijn nek dat wordt vastgezet met een paaltje in grond. Touw plus paaltje zijn samen sterk genoeg om het jonge dier op zijn plek te houden. Het armzalige beest probeert een paar keer verder te komen dan de beperkte actieradius die hem door de lengte van het touw geboden wordt, maar ‘leert’ dan dat hij niet verder kan dan het touw toelaat. Na een aantal verwoede pogingen geeft de olifant het op, voor de rest van zijn leven!
Als de olifant groot, sterk en fysiek oppermachtig is ten aanzien van zijn baas én ten aanzien van de touw-en-paaltje-constructie, dan nog ‘gelooft’ hij dat hij niet verder kan komen dan de lengte van het touw en leeft in de straal die het touw hem biedt. Dom hè, zo’n olifant?
Maar zijn wij als mensen dan een spat beter?
Drie kwart jaar geleden zat ik met een paar vrienden en vriendinnen op het terras van een strandpaviljoen bij te komen van een najaarsduik in de Waddenzee. De ober kwam langs en vroeg ons wat we wilden hebben. De smoothies zagen er heerlijk uit, maar het was ook wel fris buiten dus ik bestelde een groene thee. Er werden nog twee bestellingen opgeschreven toen ik ineens opschrok van hoe ik een vriendin haar bestelling door hoorde geven: “Ik wil graag die bietensmoothie en een kop thee.” WTF! Bestelde ze nou twee drankjes? Ik vroeg haar ernaar en ze zei onvertogen dat ze daar gewoon zin in had. Ineens brak er een script, een regel, in me waar ik blijkbaar al járen automatisch op gehandeld had. Wij mochten als kinderen vroeger maar één drankje bestellen als we uit eten gingen met mijn ouders en als we daarna meer dorst hadden, dan konden we een karaf kraanwater bestellen. Een tweede cola, Sprite of Fanta zat er niet in, laat staan tegelijk! Aan het maar één drankje per bezoek mogen bestellen in een horecagelegenheid had ik me wel ontworsteld, maar wat deze vriendin deed voelde enorm ‘verboden’. Ik wist niet hoe snel ik dit ook wilde. Meteen riep ik de ober terug en zei dat ik er ook een smoothie bij wilde. Met de grootste grijns ooit en een licht schuldgevoel (wat ook wel lekker spannend voelde) keek ik mijn vrienden aan. Zo! Ik had even mooi het paaltje eruit getrokken en liep een paar passen verder dan ik ooit was geweest. Het voelde heerlijk.
Op dit moment lees ik het boek When I Say No, I Feel Guilty van Manuel J. Smith. Hij somt een aantal ‘rechten’ op die we volgens hem als mensen allemaal hebben. Toen ik ze las kreeg ik exact hetzelfde gevoel als toen ik op het strand twee drankjes tegelijk bestelde: heerlijk en bevrijdend. De ‘rechten’ die hij voorlegt zijn alternatieven voor ‘regels’ die je, bewust of onbewust, in je hoofd hebt zitten en die je ten zeerste in twijfel kunt trekken als je er even over nadenkt. Hier de ‘regels’ die ik voor mezelf blijk te hebben samen met de ‘rechten’ die Smith voorstelt ter vervanging en die je waarschijnlijk een stuk gelukkiger zullen maken als je ze na gaat leven.
1) Je moet een reden hebben waarom je iets doet
Met de Zalando´s en Cool Blue´s van deze wereld wordt het ons tegenwoordig een stuk makkelijker gemaakt: je mag alles terugsturen als het niet bevalt en er wordt (volgens mij) amper naar de redenen gevraagd. Maar heb je wel eens old fashioned iets naar een winkel teruggebracht? Als je zo in elkaar zit als ik dan speel je thuis twintig keer, en nog dertig keer onderweg naar de winkel, het hele gesprek met de winkelmedewerker in je hoofd af mét al je goede redenen waarom je het product terug wilt brengen. Zo ben je overal op voorbereid en ga je dat ding sowieso teruggeven! Helaas blijkt de winkel dan ook een andere kleur, kleinere maat en een exemplaar zonder vlekje te hebben waardoor in één klap al je redenen voor de teruggave van tafel zijn geveegd en je onverrichter zake huiswaarts keert met een kleinere, groenere en schonere zwembroek waar je eigenlijk ook niet op zit te wachten. Eigenlijk vond je hem gewoon lelijk of had je een niet onder woorden te brengen reden dat je het artikel toch niet wilde. Hoe heerlijk zou het zijn als je dat als reden kon gebruiken: “Gewoon, omdat ik hem terug wil brengen.” Dat mag dus!
Ook in sociale settings kan het heerlijk zijn. Ik heb een tijdje lang met een vriendin de verstandhouding gehad dat we een afspraak met elkaar af mochten zeggen puur en enkel om de reden dat je ´er geen zin in had’. Beide hebben we deze kaart een keer naar elkaar gespeeld en het was heerlijk. Geen uitleg, redenen of excuses voor het waarom van het gebrek aan zin. Gewoon geen zin.
Assertive right II : ‘You have the right to offer no reasons or excuses for justifying your behavior.’
2) Je moet andermans problemen oplossen
Als echte pleaser met een grote valkuil om in het hulpsyndroom te vervallen (mijn eigenwaarde halen uit het feit dat ik er voor anderen ben), kan ik er niet tegen als andere mensen problemen of moeilijkheden hebben en wil ik hen direct ‘fixen’. Iemand zijn eigen boontjes laten doppen voelt voor mij meer als iemand in zijn sop laten gaarkoken en daarmee als bijzonder disharmonieus. Steeds weer mag ik ervaren dat anderen ook volwassenen zijn die prima hun eigen problemen op kunnen lossen. Daarnaast, al was dat niet zo, dan heb ik nog steeds het recht om zelf te bepalen of ik iemand wil helpen of niet.
De rij bij de kassa of bij een balie is een goed voorbeeld, evenals de beperkte tijd die je krijgt bij de huisarts of bij een specialist in het ziekenhuis. Als de rij lang of de wachtkamer vol is dan ga ik altijd zo snel mogelijk handelen om de kassière, baliemedewerker of arts te helpen om de wachttijd niet langer te laten worden. Het liefst zijn ze ingelopen op hun schema na mijn bezoek! Maar ten koste van wiens belangen gaat dat? Mijn eigen natuurlijk. Hierdoor ga ik gehaast te werk, stel ik niet alle vragen die ik wil stellen of vraag ik niet om verduidelijking als ik iets niet snap, want ‘dat kost teveel tijd.’ Maar wiens verantwoordelijkheid is die lange rij of die volle wachtkamer eigenlijk? Niet de mijne maar die van de winkel, het gemeentehuis of het ziekenhuis. Dat mogen ze dus lekker zelf uitzoeken.
Assertive right III: ‘You have the right to judge if you are responsible for finding solutions to other people’s problems.’
3) Je moet consistent zijn
Misschien herken je het: je hebt ooit iets geroepen waar je toen van overtuigd was (“Suiker is de duivel!”, “Ik heb een hékel aan zweverige mensen” of “Wat is die Piet Paulusma toch een eersteklas lul”) en nu heb je ineens zin in een smerig lekker en mierzoet toetje, hoor je zoveel over meditatie dat je het eigenlijk wel eens wilt proberen of gaan al je lamme vrienden op een feestje met de toevallig opgedoken Piet Paulusma op de foto en wil je eigenlijk zelf ook. Maar ja, dat kan dus niet, want je moet wél consistent zijn! Wrong. Ook dit is een kinderlijke overtuiging die je niet meer dient en waar heel Den Haag nog in vast lijkt te zitten. Smith geeft een alternatief dat, eenmaal omarmt, heel veel vrede en rust kan brengen.
Assertive Right IV: ‘You have the right to change your mind.’
4) Je mag geen fouten maken
Deze zit héél diep bij mij. Per ongeluk een kopje of een bord van tafel stoten was echt een doodzonde vroeger en leverde een boze en getergde moeder op. Althans, zo is het emotioneel bij mij aangekomen en blijven hangen. Ik heb al best wel wat stappen gezet door mezelf te rescripten ten aanzien van fouten maken maar dit zal mijn leven lang een uitdaging blijven. Ik mag Smiths ‘recht’ hierover dus extra ter harte nemen.
Assertive Right V: ‘You have the right to make mistakes–and be responsible for them’
5) Je moet weten wat de consequenties van je acties zullen zijn
Zowel naar aanleiding van mijn Quarterlife Deep Dive training als in reactie op mijn boek krijg ik weleens de vraag: “Maar als iedereen zijn passie gaat volgen en zijn dromen gaat leven, dan werkt het systeem toch niet meer?” Dit is een van de manipulatieve vragen waar Smith voor waarschuwt in zijn boek. Aanvankelijk ging ik ermee om door allerlei uitleg, theorie en zienswijzen erbij te halen over wat er mogelijk met het maatschappelijke systeem zou gebeuren als iedereen zijn droomt volgt en hoe dat iets goeds zou zijn. Maar in toenemende mate merkte ik dat de vraagsteller eigenlijk zijn of haar verantwoordelijkheid om zelf te bepalen welk pad hij of zij in het leven bewandelt uit handen wilde geven. “Nee, ik ga mijn dromen en passies niet volgen, want dat is slecht voor de maatschappij.” Yeah right. Alsof je zoveel geeft om de maatschappij. Vaak wees ik mensen hierop en inmiddels heb ik door Smith nog een tool om deze vraag te pareren: je kunt gewoon antwoorden met “Ik weet het niet. Ik weet niet of het systeem dan nog werkt.” Je hoeft niet elke consequentie van een actie te weten, dat kan niet eens. Je mag gewoon handelen op wat nu voor jou belangrijk is, zonder te weten waar je precies uit zult komen. Steve Jobs wist als student ook niet wat het volgen van een vak over kalligrafie hem op zou leveren, maar was jaren later maar wat blij met zijn kennis hierover toen hij de eerste Mac ontwikkelde met prachtig opgemaakte typografie.
Assertive Right VI: ‘You have the right to say, “I don’t know.”‘
6) Iedereen moet jou aardig vinden
Pffff, do I need to say more? Als pleaser die slecht tegen disharmonie kan, vind ik het erg lastig om in de buurt te zijn van mensen die mij niet aardig vinden. Van deze kinderlijke regel zal ik nog de meeste moeite hebben om los te komen. Nu besef ik al wel dat niet iedereen me aardig kan vinden, maar het was nog een hele mindshift voor me dat Smith stelt dat je prima met mensen om kunt gaan (vooral zakelijk) zonder dat je hun welwillendheid naar jou als persoon hebt verkregen. Stel dat de winkelmedewerker bij wie je een defect artikel terugbrengt daarvan baalt, bijvoorbeeld omdat het hem veel papierwerk oplevert. Die persoon zal jou mogelijk niet al te aardig vinden, maar dat betekent niet dat je je geld niet terug kunt krijgen. Zoals Smith het stelt: in zo’n situatie gaat één van jullie twee zich sowieso oncomfortabel voelen. Wie wil je dan liever dat dit is, jij of de ander?
Assertive Right VII: ‘You have the right to be independent of the goodwill of others before coping with them.’
7) Je keuzes moeten logisch zijn
Hier heb ik al een heel hoofdstuk van mijn gratis eBoek aan gewijd (download in het kader aan de zijkant): je mag ook kiezen op je gevoel, zonder dat je weet waarom je dat gevoel hebt. Als je een beetje in elkaar zit zoals ik, dan voelt dat heel ongemakkelijk, want je moet voor mezelf overal een logische rationale voor hebben. Maar dat blijkt dus niet te hoeven! Sterker nog, hoe goed iemand anders’ redenen ook mogen lijken om precies het tegenovergestelde te doen van wat jij van plan bent, je maakt je eigen keuzes en die mogen volstrekt onlogisch zijn. Gewoon omdat jij het wilt. Jeej!
Assertive Right VIII: ‘You have the right to be illogical in making decisions.’
8) Je mag het niet laten blijken als je iets niet weet (wat ieder ander wel lijkt te weten)
Toen ik in mijn laatste studiejaren besloot om eens wat serieuzer te gaan studeren leerde ik veel van de houding van een vriend van me met wie ik vooraan in de collegebanken zat. Hij vroeg te pas en te onpas wat iets betekende en gaf het eerlijk aan als hij iets niet snapte, waarop de docent het opnieuw uitlegde. Telkens als hij dit deed dan voelde ik een zucht van verlichting door de collegezaal gaan. Waarschijnlijk zat 80% van de aanwezigen met dezelfde vraag, twijfels of onbegrip over de stof. Ook in sociale situaties kon hij heel assertief reageren door bijvoorbeeld ineens in te breken met “Welk woord gebruikte je nou? Amechtig? Het is misschien heel dom van me, maar wat betekent dat?”. Dom of niet, telkens leerde hij iets en werd hij wijzer. Daarnaast hoefde hij nooit dat verschrikkelijke gevoel mee te maken dat je krijgt als je doet alsof je een begrip kent omdat je denkt dat het niet belangrijk is in de huidige context maar waarna het hele gesprek om dat begrip blijkt te draaien. (Ik vierde ooit Sinterklaas bij de familie van mijn toenmalige vriendin en toen ik in zin vier van een gedicht dat ik hardop voorlas niet begreep wat ‘UHD’ betekende las ik er maar gewoon overheen omdat ik dacht dat het niet belangrijk zou zijn. Vervolgens kwam ik het begrip ‘UHD’ nog minstens tien keer tegen en bij elke keer voelde ik minder ruimte om te vragen wat het betekende. Halverwege al was ik zichtbaar volledig lost. Zonder enig begrip van de strekking van wat ik zojuist gelezen had lachte ik, aan het eind van het gedicht gekomen, er maar wat om en bedankte mijn toenmalige schoonmoeder voor haar mooie dichtwerk. Iedereen had door dat ik er geen reet van had begrepen en het werd uiterst ongemakkelijk stil. Most awkward moment ever…)
Assertive Right IX: ‘You have the right to say, “I don’t understand.”‘
9) Je moet perfect willen zijn
Dat je niet perfect hoeft te zijn is inmiddels wel duidelijk hoop ik. Het kan niet en het is gedreven vanuit angst en niet vanuit een mooie drive om dingen goed te willen doen. Maar de laag die Smith hier extra in aanbracht voor mij was dat hij uitlegt dat je niet alleen niet perfect hoeft te zijn, maar dat je ook niet perfect hoeft te willen zijn. Met andere woorden, als iemand jou wijst op het feit dat je iets aan je leven zou kunnen verbeteren, dan hoef je niet alleen te accepteren dat je nou eenmaal niet perfect bent en dat dit inderdaad nog een verbeterpuntje is, maar je hebt ook het recht om te vinden dat je dat helemaal niet aan jezelf wilt verbeteren. Ik kwam hier een keer per ongeluk achter in mijn studententijd toen ik nog een (hard core) nagelbijter was (echt tot bloedens aan toe) en ik een vrijwillige sessie met een vriendin die psychologie studeerde had ingepland om te kijken of ik hier vanaf kon komen. Toen ze me vroeg waarom ik er vanaf wilde, kwam ik erachter dat ik dat eigenlijk helemaal niet wilde! Ik vond het heerlijk om te doen (lekker knauwen) en de negatieve consequenties (pijn en lelijk) wogen er niet tegenop om er iets aan te doen. Een paar jaar later veranderde dat en was ik er binnen een paar maanden voorgoed vanaf. Het is een van de weinige keren dat het me lukte om met een zelfverbeteringsdingetje te zeggen “Het kan me geen reet schelen.” Dat zou ik veel vaker mogen doen.
Assertive Right X: ‘You have the right to say, “I don’t care.”‘
Zoals je wellicht is opgevallen ben ik begonnen bij Assertive Right II van Smith. Dat komt omdat zijn eerste Assertive Right allesomvattend is en alle andere ‘rights’ omsluit en ontsluit. Daar sluit ik graag mee af.
Assertive Right I: ‘You have the right to judge your own behavior, thoughts, and emotions, and to take the responsibility for their initiation and consequences upon yourself.’
Als je dit ter harte neemt dan word je misschien net als een vriend van me met wie ik een paar weken geleden op het terras zat en die, toen ik twee drankjes bestelde, plompverloren een koffie, cola én een vruchtensap bestelde. Hij had schijt aan wat ik ervan vond, wat zijn vriendin ervan vond, wat de serveerster ervan vond en wat zijn portemonnee ervan vond. Hij deed het, gewoon omdat het zijn goed recht was.
Download nu “6 Persoonlijke Rechten bij het Maken van Keuzes”
Zoek je inspiratie om makkelijker betere keuzes te maken? Download nu de “6 Persoonlijke Rechten bij het Maken van Keuzes”.
Laat hiernaast je gegevens achter te laten en dan krijg je hem direct toegestuurd.
Graag hoor ik van je in de comments:
6 Comments
Hoi Mark, dit is echt belachelijk herkenbaar. Ik zit vrij identiek in elkaar als jij, wat ik laatst tijdens de deep-dive ook al door had (toen vielen op, niet boos mogen worden en perfectionisme). Erg benieuwd hoeveel mensen dit precies zo ervaren. Echt, van het zenuwachtig worden om iets terug te brengen en excuses oefenen, tot het direct andermans problemen willen oplossen (ten koste van mezelf) en van het altijd aardig gevonden willen worden tot het geen fouten mogen maken, echt eigenlijk bijna alles. Betreffende die laatste kwam ik er laatst achter dat mijn oplossing is geworden dat ik mezelf in een groep kan neerzetten als ‘de kluns’, en vooral voor elke minuscule fout sorry zeg (resultaat: tijdens een voetbaltraining 20x sorry voor elke bal die niet perfect aankomt). Ik heb veel geleerd van de deep-dive, heb inmiddels ook je boek, en het bewust-worden-van gaat al aardig goed. Stap-voor-stap van de regels naar de rechten! Mooi stuk! Groet, Lisanne
Hey Lisanne,
Ha, wat mooi dat je het herkent! Denk dat je het boek van Smith dan ook geweldig vindt. Hij geeft zelf ook een paar hilarische voorbeelden en hoe je het op kunt lossen. “I told them the colour of the paint had a negative effect on my dog Wimpy’s sexlife, that’s why I was returning it.” Ik parafraseer, maar dat soort teksten. Ik zat afgelopen zaterdag te lezen in een koffietent en moest hardop lachen waardoor iedereen me aankeek. Én hij geeft verder in het boek super nuttige tools om hiermee te gaan oefenen. Eentje is om een tijd lang gewoon geen sorry meer te zeggen. Ik herken namelijk je verexcuserende houding en ik nam die echt mee uit het boek: niet meer zoveel ‘sorry’ zeggen, Mark. Super om te horen dat je veel aan de training hebt gehad en dat het boek ook helpt met de bewustwording. Keep it up en dank voor je mooie woorden!
Wat een fijne lijst Mark. Iets om naast te spiegel te hangen of in ieder geval in mijn telefoon op te slaan. Dank voor het delen!
Hey Anne,
Fijn hè?! 😀 Vond ik ook. Thanks voor je mooie reactie!
Haha heerlijk herkenbaar weer. Dank voor deze blog 🙂
Wederom een goede blog!
De opmerking onder punt 9, “Het kan me geen reet schelen,” past bij een boek dat ik zojuist tegenkwam 😉
“The Subtle Art of Not Giving a F*ck” van Mark Manson.