Een alternatief voor de carrièreladder
De carrièreladder is een extreem achterhaald model om naar je werkende leven te kijken. Maar als de carrièreladder niet meer werkt, hoe kijk je dan wel naar je werk? Ik zal niet claimen dat ik hét antwoord heb, maar ik heb wel een andere zienswijze met bijbehorend model die mij en veel mensen in mijn trainingen veel meer rust, bewegingsruimte en zin in werken geeft. Als je op deze manier gaat denken over en kijken naar je carrière dan zal je veel dichter bij je eigen kern terecht komen en dan zul je vrij snel meer geluk ervaren in je werk. En dan maakt het niet eens uit of je direct iets wijzigt ten aanzien van je huidige baan. Anders kijken leidt tot anders denken en dat leidt weer direct tot anders voelen.
1) Leliebladeren
Een alternatieve kijkwijze is het leliebladerenmodel dat ik leerde van Smiley Poswolski in zijn boek The Quarter-life Breakthrough. Stel je voor dat je huidige baan gerepresenteerd wordt door een lelieblad waar jij op staat. Om je heen zijn er allemaal andere leliebladeren die andere banen voorstellen waar jij nu redelijkerwijs voor in aanmerking komt. De leliebladeren zijn wat in beweging want de markt verandert voortdurend en dus groeien er soms ook nieuwe leliebladeren omhoog uit de vijver. Als je nu merkt dat je met niet meer zoveel energie en passie op je huidige lelieblad staat, dan is het enige wat je hoeft te doen de verschillende leliebladeren om je heen te verkennen en uiteindelijk een keuze te maken naar welke volgende je gaat hoppen. Het verkennen doe je door koffie te drinken met mensen die er al werken en gewoon binnen te stappen bij bedrijven die je gaaf vindt. In dat proces kom je erachter dat sommige toch wat minder goed haalbaar zijn, de hop is nog te groot, of juist niet zo uitdagend of aansprekend voor jou. Zodra je je keuze hebt gemaakt, waag je de sprong et voilà, je hebt een nieuwe baan waar je weer een tijdje mee vooruit kunt. Dit kan dus heel goed iets anders zijn dan wat je hiervoor deed, maar dat maakt niet uit. Het is niet meer ‘halfdimensionaal’ zoals de carrièreladder maar je bewegingsvrijheid zit nu in de volle ruimte van twee dimensies: voor-achter én links-rechts. Het hele speelveld ligt voor je open en je kunt zoveel heen en weer hoppen als je zelf wilt.
Dit eenvoudige leliebladerenmodel laat zien dat je binnen onafzienbare tijd prima weer een sprong kunt maken. Als je uitgeleerd bent en de organisatie gegeven hebt wat je te bieden had, dan is het wellicht tijd om weer verder te kijken. Ergens is het ook heel logisch. Je bent een lerend en jezelf ontwikkelend jong mens. Hoe zou je dan nu al kunnen weten wat je voor de rest van je leven wilt doen? Het is denk ik juist heel goed om een beetje te job hoppen, hoe negatief de connotatie van dat woord ook is. Je trouwt tegenwoordig toch ook niet meer met de eerste persoon die je ooit zoent? Nee, het is een eerste stap in het verkennen van het spel van de liefde en het is prima als er nog vele stappen volgen voor je je zo op je gemak voelt bij iemand dat je eens wat langer blijft plakken. Hetzelfde geldt voor werk.
2) Naar je wortels
Het mooiste van het leliebladerenmodel is dat het niet bij de twee genoemde dimensies blijft. Met elke hop naar het volgende lelieblad leer je namelijk weer iets over jezelf, over wat voor werk jij fijn vindt en wat voor omgeving bij jou past. Dat is waar de derde dimensie om de hoek komt kijken. Leliebladeren hebben namelijk nog iets dat onder water zit en we vaak vergeten: wortels. De wortels van de leliebladeren gaan over wie jij nou echt bent en wat er ten diepste goed bij je past. Met elke hop die je maakt leer je iets over jezelf: persoonlijke waarden die je wel of niet in dat bedrijf vertegenwoordigd ziet, talenten die je wel of niet kwijt kunt in je baan, passies die worden aangewakkerd of uitgeblust in een functie. In een vijver zijn bepaalde leliebladeren met elkaar verbonden via de wortels en horen dus bij elkaar. Per hop wordt het duidelijker voor je welke groepen leliebladeren (wat voor soort functies, omgevingen en organisaties) wél met jouw wortels matchen wen welke niet. Het wordt dus steeds makkelijker hoppen omdat je meer over jezelf leert en helderder krijgt welke volgende leliebladeren wél en niet bij je passen.
3) Leliebladerengedrag
Omdat de leliebladerenaanpak je steeds dichter naar je eigen wortels beweegt komt er een heel ander soort gedrag bij kijken. Laten we eens kijken hoe je gedrag verandert als we het contrasteren met typische gedragingen binnen het carrièreladderdenken.
- Ellebogengedrag komt veel minder voor omdat niet iedereen meer dezelfde kant op wilt. In plaats daarvan ben je veel meer geneigd om met anderen mee te denken hoe zij een mooie hop kunnen maken omdat het toch niet concurreert met wat jij wilt. De basisgedachte dat er voor iedereen een mooi lelieblad te vinden is waar hij in het specifiek goed zal passen, zorgt voor een veel coöperatievere houding.
- Politiek samenzweren verandert in netwerken en elkaar helpen om allemáál een mooie volgende stap te vinden.
- Alleen maar gericht op ‘hoger’ en niet op leuker, fijner of beter passend, wordt precies andersom. Natuurlijk speelt het ego hier en daar nog wel op, maar er ligt veel meer nadruk op ‘wat past bij mij?’ dan op ‘wat is het hoogste?’.
- Haantjesgedrag en het geschreeuw om de beste te zijn wordt open en kwetsbaar uitspreken wat je zoekt zodat anderen je kunnen helpen dit te vinden (loondienst) of authentiek en met durf uitdragen waar je voor staat en wat je doet zodat anderen jou kunnen vinden (zelfstandig)
- Eenrichtingsverkeer wordt driedimensionaal schuiven met zijn allen. Er ontstaat weer veel meer beweging op de arbeidsmarkt en iedereen kan een stapje maken naar wat beter bij hem of haar past.
- Schaarstementaliteit wordt overvloedmentaliteit. Niemand wilt exact hetzelfde want elk mens is uniek. Dus competitie verschuift naar de achtergrond en het wordt interessant om te kijken hoe je voor iedereen kan vinden wat hij of zij zoekt.
- Jezelf vergelijken met anderen wordt inzien dat je allemaal uniek bent.
- Gevoelens van angst, stress en onveiligheid veranderen in vertrouwen dat er weer een mooi lelieblad zich zal voordoen, dankbaarheid voor wat je op de huidige plek leert en een veilige omgeving waar iedereen kwetsbaar mag uitspreken wat hij of zij verlangt en te bieden heeft.
4) Zo word je wel gelukkig
Als gelukkig worden via succes en vanuit hard werken niet meer opgaat, wat is dan wel een werkende geluksformule? Bij het leliebladerenmodel hoort een andere formule voor geluk.
De oude geluksformule van de carrièreladder (werk hard -> word succesvol -> word gelukkig) had de juiste ingrediënten, maar de pijlen stonden verkeerd. De nieuwe geluksformule luidt als volgt:
Word gelukkig -> ‘werk’ hard -> word ‘succesvol’
Het idee is dat je eerst maar eens iets gaat doen in je werk waar je gelukkig van wordt. Dit is iets waar je je hart en ziel in kwijt kunt en wat voor jou echt zingevend is. Wat je dan zult merken is dat het zo leuk is en dat je er zo goed in bent, dat je er veel tijd in stopt. Het voelt niet echt als hard werken in de zin van sleuren en trekken en moeite doen voor zaken die je tegenstaan. Je voelt wel dat je hard werkt, maar het heeft een heel andere kwaliteit over zich en je zou het misschien niet zo snel ‘werk’ noemen. Volgens de conventionele standaard werk je echter hard en op gegeven moment kan het dan zijn dat je iets ervaart dat volgens diezelfde standaard ‘succes’ genoemd wordt. Misschien groei je heel snel binnen een organisatie omdat je zo bevlogen bent. Misschien heb je iets te pakken als ondernemer dat enorm aanslaat. Voor jou is dat allebei echter veel minder belangrijk dan het in het oude denken was. Je bent namelijk al gelukkig en wat ‘men’ er allemaal van vindt, is een stuk minder boeiend. Het succesvol zijn in dit model zit hem dan ook niet in het uiterlijke succes, maar in het innerlijke succes. Als je in staat bent om iets te gaan doen dat jou zo gelukkig maakt dat je het niet meer echt als werk hoeft te betitelen en je helpt daar ook nog eens anderen mee, dan ben je al succesvol ongeacht hoeveel anderen dat zijn of hoeveel geld het je oplevert.
5) Ja maar…
Bij trainingen krijg ik altijd veel ja-maar’en als ik dit alternatieve model schets. Men ziet er wel wat in, maar heeft ook nog wat reserveringen. Ik ben benieuwd wat jouw ja-maar’en zijn. Deel ze hieronder in de comments door direct deze vraag te beantwoorden:
Welke ja-maar heb jij ten aanzien van het leliebladerenmodel?
Wil je direct je werkende leven anders inrichten en verkennen naar welk lelieblad je door kunt hoppen? Kom dan naar de Quarterlife Deep Dive en pak in één dag je belangrijkste uitdaging van dit moment aan. Kijk hier wie je onder meer voorgingen bij de QLDD en wat zij eraan hadden.
Het is ongekend hoeveel meer exposure ik krijg door één enkele Facebook share, like of comment. Heb je iets aan deze blog, doe dan graag wat voor me terug door te liken of sharen op de sociale media en laat anderen direct ook profiteren van de inzichten die voor jou waardevol zijn. Dank!
4 Comments
Ja-maar, ;-)… ik vroeg me af hoe/waar jij jezelf als ondernemer plaatst in dit leliebladmodel? Wat is jouw volgende ‘hop’?
Ha Rienk, goede vraag! 🙂
Het mooie aan zelfstandig werken is dat je nóg beweeglijker bent om snel te experimenteren en hops te maken. Als zelfstandig ondernemer heb ik al gefungeerd als trainer, coach, teamcoach, adviseur, mediator, blogger, schrijver, reisgids, videomaker, etc. En dan tel ik nog niet eens activiteiten als het doen van mijn eigen administratie en het bouwen van mijn eigen website en dergelijken mee. Ik kan dus heel laagdrempelig allerlei zaken uitproberen. Hetzelfde geldt voor de mensen en organisaties voor wie ik heb gewerkt: corporates, MKB, particulieren, startups, studenten, tieners, etc. Ik leer dus heel snel wat ik leuk vind en waar ik goed in ben en kan steeds preciezer worden in wat voor mij belangrijk is. Voor mij is dat een groot voordeel van het zelfstandige leven.
Vooralsnog is mijn volgende hop die van schrijver omdat mijn boek binnenkort uit gaat komen en ik wil ook gaan vloggen. Daarna zien we wel weer verder 😀