Kijk zo naar de wereld wanneer het tegenzit
Optimisten, pessimisten, realisten, extremisten. Er zijn diverse manieren hoe je in het leven kunt staan als iets tegenzit. Zelf kan ik er nogal een drama van maken in mijn hoofd als iets ineens tegen blijkt te vallen. Ik denk dan al gauw dat omdat er iets niet goed gaat, ik ook niet goed ben. Dat is natuurlijk niet zo, maar die conditionering zit wel diep en ik heb dan wel even wat emotiemanagement te doen. Ik besef me dus dat ik niet de meest gelukkige manier heb om naar de wereld te kijken wanneer het tegenzit, maar hoe pak je het dan wel aan?
Er is een mooi volksverhaaltje uit India over een moeder en haar zoons. De moeder vraagt haar jongste zoon om een flesje olie te gaan halen op de markt zodat ze daarmee het avondeten kan gaan koken. De jongen gaat op weg, schaft het flesje olie aan en struikelt onderweg waardoor het flesje op de grond valt en de helft van de olie eruit loopt. Als hij thuiskomt vertelt hij zijn moeder “Moeder, ik ben gevallen en ik ben de helft van de olie kwijtgeraakt. Oh wat verschrikkelijk.” De jongste zoon zouden we een pessimist noemen. Voor hem is het glas altijd halfleeg.
Een verhaaltje is geen verhaaltje als er niet een tweede zoon op uitgestuurd zou worden. De middelste zoon krijgt dan ook dezelfde taak en gaat ook op weg naar de markt en schaft een flesje olie aan. Zoals het verhaal dan wil, struikelt ook hij onderweg waardoor het flesje op de grond valt en de helft van de olie eruit loopt. Als hij thuiskomt vertelt hij zijn moeder “Moeder, ik ben onderweg gestruikeld en het flesje viel op de grond, maar kijk! Ik heb de helft van de olie weten te redden.” De middelste zoon is een echte optimist. Voor hem is het glas altijd halfvol.
Een verhaal blijft een verhaal en natuurlijk wordt er nu een derde zoon met dezelfde taak belast. Ook hij komt terug van de markt, struikelt en verliest de helft van de olie. Als hij thuiskomt vertelt hij zijn moeder “Moeder, ik ben gevallen en het flesje olie ging om, maar kijk, ik heb de helft kunnen redden.” Hij is dus ook een optimist, maar hij is nog niet klaar. “Maar de helft van de olie is ook weggelopen, dus ik heb geen vol flesje voor je helaas.” De derde zoon is ook een realist, hij ziet onder ogen wat de situatie is. Daarnaast voegt hij er nog één laatste opmerking aan toe. “Ik zal er alles aan doen om het flesje gevuld te krijgen. Ik ga een paar uur extra werken om voldoende roepies te verdienen om de olie bij te kopen.” Tot slot is hij dus ook een ‘werkist’: iemand die bereid is om het werk te verzetten dat nodig is om doelen te behalen.
Sinds ik dit verhaaltje ooit hoorde denk ik er heel vaak aan. Het is voor mij het antwoord op hoe ik het glas wil zien: halfvol én halfleeg en daarmee een mooie uitdaging om hem helemaal gevuld te krijgen. Het doet me ook altijd denken aan het verhaal van Admiraal Jim Stockdale, zoals dat vertelt wordt door Jim Collins in zijn boek Good to Great.
Admiral Jim Stockdale […] was the highestranking United States military officer in the “Hanoi Hilton” prisoner-ofwar camp during the height of the Vietnam War. Tortured over twenty times during his eight-year imprisonment from 1965 to 1973, Stockdale lived out the war without any prisoner’s rights, no set release date, and no certainty as to whether he would even survive to see his family again. He shouldered the burden of command, doing everything he could to create conditions that would increase the number of prisoners who would survive unbroken, while fighting an internal war against his captors and their attempts to use the prisoners for propaganda. At one point, he beat himself with a stool and cut himself with a razor, deliberately disfiguring himself, so that he could not be put on videotape as an example of a “well-treated prisoner.” […] After his release, Stockdale became the first three-star officer in the history of the navy to wear both aviator wings and the Congressional Medal of Honor.
You can understand, then, my anticipation at the prospect of spending part of an afternoon with Stockdale. One of my students had written his paper on Stockdale, who happened to be a senior research fellow studying the Stoic philosophers at the Hoover Institution right across the street from my office, and Stockdale invited the two of us for lunch. In preparation, I read In Love and War, the book Stockdale and his wife had written in alternating chapters, chronicling their experiences during those eight years. As I moved through the book, I found myself getting depressed. It just seemed so bleak- the uncertainty of his fate, the brutality of his captors, and so forth. And then, it dawned on me: “Here I am sitting in my warm and comfortable office, looking out over the beautiful Stanford campus on a beautiful Saturday afternoon. I’m getting depressed reading this, and I know the end of the story! I know that he gets out, reunites with his family, becomes a national hero, and gets to spend the later years of his life studying philosophy on this same beautiful campus. If it feels depressing for me, how on earth did he deal with it when he was actually there and did not know the end of the story?”
“I never lost faith in the end of the story,” he said, when I asked him. “I never doubted not only that I would get out, but also that I would prevail in the end and turn the experience into the defining event of my life, which, in retrospect, I would not trade.”
I didn’t say anything for many minutes, and we continued the slow walk toward the faculty club, Stockdale limping and arc-swinging his stiff leg that had never fully recovered from repeated torture. Finally, after about a hundred meters of silence, I asked, “Who didn’t make it out?” “Oh, that’s easy,” he said. “The optimists.” “The optimists? I don’t understand,” I said, now completely confused, given what he’d said a hundred meters earlier. “The optimists. Oh, they were the ones who said, ‘We’re going to be out by Christmas.’ And Christmas would come, and Christmas would go. Then they’d say, ‘We’re going to be out by Easter.’ And Easter would come, and Easter would go. And then Thanksgiving, and then it would be Christmas again. And they died of a broken heart.” Another long pause, and more walking. Then he turned to me and said, “This is a very important lesson. You must never confuse faith that you will prevail in the end-which you can never afford to lose-with the discipline to confront the most brutal facts of your current reality, whatever they might be.”
Wat een vent en wat een levensinstelling. Een realist, een werkist en een, wat zullen we het noemen, geloofist? Vertrouwist? Ik voel me net zoals Jim Collins, de verteller van bovenstaand verhaal. Ik word al depressief bij het lezen ervan en schaam me bijna voor alle aandacht die ik besteed aan mijn First World Problems. Ook wilde ik afgelopen week toen ik op stilteretreat was en 10 dagen lang in kleermakerszit moest zitten al meermaals opgeven omdat ik ‘enorm veel’ pijn in mijn rug en benen kreeg. Admiraal Stockdale zou een zware taak aan me gehad hebben als ik een van zijn mannen bij hem in die gevangenis was geweest.
Toch put ik hoop uit de verhalen. Ik mag dan mentaal (en fysiek) nog niet zo goed zijn met tegenslagen, maar ik heb in ieder geval een denkkader waar ik me hopelijk aan op kan trekken als iets tegenzit. Ik heb in ieder geval een kijk op de wereld waar ik mee kan oefenen als het tegenvalt: ik ga proberen een optimist te zijn (zien wat er allemaal wél is, ondanks de tegenslag), een realist te zijn (de objectieve realiteit onder ogen zien en daar niet voor weg te lopen), een werkist te zijn (gewoon vlijtig mijn werk blijven doen, beseffend dat het niet vanzelf overgaat) en een vertrouwist te zijn (erop te vertrouwen dat het uiteindelijk allemaal ‘goed’ zal komen).
Wil je inspiratie opdoen om met jouw uitdagingen in je leven aan de slag te gaan? Kom dan naar de Quarterlife Deep Dive en pak in één dag je belangrijkste uitdaging van dit moment aan. Kijk hier wie je onder meer voorgingen bij de QLDD en wat zij eraan hadden.
Graag hoor ik van je in de comments:
Wat is jouw natuurlijke instelling bij tegenslagen?
Het is ongekend hoeveel meer exposure ik krijg door één enkele Facebook share, like of comment. Heb je iets aan deze blog, doe dan graag wat voor me terug door te liken of sharen op de sociale media en laat anderen direct ook profiteren van de inzichten die voor jou waardevol zijn. Dank!