Waarom je moeite hebt met zelfdiscipline
Sollicitaties afnemen ging vroeger heel anders. Héél anders. Als een boer een nieuwe knecht wilde dan liet hij de gegadigde mee-eten en observeerde hoe de maaltijd genuttigd werd. Daaruit maakte de boer op of de knecht wel of geen goede aanwinst zou zijn. Van praten kwam er niet zoveel terecht. Waar lette de boer dan op? Bijvoorbeeld op de volgorde waarin de verschillende onderdelen van de maaltijd door de kandidaatsknecht werden opgegeten.
Bijna iedereen die een bord AVG voor zijn neus krijgt vindt namelijk het stuk vlees het lekkerst, daarna de ‘piepers’ en de groente wordt alleen gegeten omdat het gezond is of uit beleefdheid. Als de tafelgast daarom als eerste het stuk vlees opat, kon de boer er redelijk van op aan dat de knecht op de boerderij de minst vervelende klusjes het eerste zou doen om daarna tegen de rest van het werk (en dus ook van de maaltijd) aan te hikken. De ervaring van menig boer was dat dit niet de meest productieve knechten waren. Als de knecht echter eerst de groente naar binnen werkte, dan de aardappelen en als allerlaatste (op zijn minst nog een stukje van) het vlees over had, dan kon de boer ervan op aan dat de knecht in staat was om rotklusjes direct op te pakken en maar gewoon gedaan te krijgen zodat hij op het einde van de dag nog wat leuk werk in het vooruitzicht had. Dat was een goede indicatie voor een productieve knecht.
Doordat we zaken tegenwoordig wetenschappelijk kunnen aantonen, beseffen we ons steeds meer hoeveel wijsheid een ´simpele´ boer vroeger eigenlijk bezat. De wijsheid gaat in dit geval over het thema discipline en in het bijzonder over ‘uitgestelde bevrediging’. Het blijkt namelijk dat mensen die in staat zijn om de bevrediging van hun behoeftes uit te stellen tot een later moment, over het algemeen succesvoller zijn in het leven. In The Road Less Travelled geeft M. Scott Peck de volgende woorden aan uitgestelde bevrediging (delayed gratification).
“Delaying gratification is a process of scheduling the pain and pleasure of life in such a way as to enhance the pleasure by meeting and experiencing the pain first and getting it over with. It is the only decent way to live.”
Die laatste uitspraak is nogal een statement. Waarom is het zo belangrijk? Hét wetenschappelijk onderzoek dat de kracht van uitgestelde bevrediging mooi in beeld bracht was dat van Walter Mischel dat hij begon in de jaren ´60 aan Stanford University en dat later de naam ´The Marshmallow Test´ zou krijgen. De test werd gedaan met 4-jarige kinderen die alleen in een ruimte aan een tafel werden gezet met voor hun neus een bordje met een marshmallow erop. Ze kregen de instructie dat die marshmallow in principe voor hen was en dat degene die het experiment uitvoerde een ‘klusje’ moest doen, het kind dus even alleen zou laten en straks terug zou komen. De catch zat hem in het feit dat het kind te horen kreeg dat als hij de marshmallow bij terugkomst van de volwassene nog niet opgegeten zou hebben, hij of zij er een tweede bij zouden krijgen. Met andere woorden: als je kunt wachten krijg je twee marshmallows, maar je mag ook nu meteen eten en dan heb je er maar één. In Emotional Intelligence beschrijft Daniel Goleman dit experiment en wat het gedrag van de verschillende 4-jarigen erop was.
“Some four-year-olds were able to wait what must surely have seemed an endless fifteen to twenty minutes for the experimenter to return. To sustain themselves in their struggle they covered their eyes so they wouldn’t have to stare at temptation, or rested their heads in their arms, talked to themselves, sang, played games with their hands and feet, even tried to go to sleep. These plucky preschoolers got the two-marshmallow reward. But others, more impulsive, grabbed the one marshmallow, almost always within seconds of the experimenter’s leaving the room on his ‘errand.'”
Benieuwd hoe dat eruit gezien moet hebben? Gelukkig is het experiment later nog een keer gedaan en toen met camera. Zie deze video (3:27 minuten, leukst met geluid, maar zonder ook te volgen).
Grappige beelden natuurlijk, maar wat zegt het over iemand als we weten hoe hij of zij omgaat met de marshmallow test? Goleman legt uit hoe het onderzoek verder ging dan alleen deze kamer, twaalf tot veertien jaar later nog wel.
“The diagnostic power of how this moment of impulse was handled became clear some twelve to fourteen years later, when these same childeren were tracked down as adolescents. The emotional and social difference between the grab-the-marshmallow preschoolers and their gratification-delaying peers was dramatic. Those who had resisted temptation at four were now, as adolescents, more socially competent: personally effective, self-assertive, and better able to cope with the frustrations of life. […]
The third or so who grabbed the marshmallow, however, tended to have fewer of these qualities, and shared instead a relatively more troubled psychological portrait. In adolescence they were more likely to be seen as shying away from social contacts; to be stubborn and indecisive; to be easily upset by frustrations; to think of themselves as “bad” or unworthy; to regress or become immobilized by stress; to be mistrustful and resentful about not “getting enough”; to be prone to jealousy and envy; to overreact to irritations with sharp temper, so provoking arguments and fights.”
Zo wordt dus duidelijk hoeveel zo’n klein testje kan zeggen over iemands capaciteiten die nodig zijn voor een heel breed scala aan uitdagingen in het leven. De boer die vroeger met zijn mogelijk nieuwe knecht ging eten om hem te observeren deed dat dus heel slim. In de huidige tijd zegt hoe goed je bent in ‘uitgestelde bevrediging’ dan ook veel over je carrièreperspectieven.
“What shows up in a small way early in life blossoms into a wide range of social and emotional competences as life goes on. The capacity to impose a delay on impluse is at the root of a plethora of efforts, from staying on a diet to pursuing a medical degree. […]
Even more surprising, when the tested children were evaluated again as they were finishing high school, those who had waited patiently at four were far superior as students to those who had acted on whim. […]
At age four, how childeren do on this test of delay of gratification is twice as powerful a predictor of what their SAT scores will be as is IQ at age four. [De SAT is een test die Amerikaanse middelbare scholieren moeten afnemen om in aanmerking te komen voor toelating tot universiteiten.]”
Betekent dit dan dat je lot voor de rest van je leven al vaststaat als je als kind niet ‘slaagt’ voor de marshmallow test? Nee.
“[W]hile some argue that IQ cannot be changed and so represents an unbendable limitation on a child’s life potential, there is ample evidence that emotional skills such as impulse control and accurately reading a social situation can be learned.”
Goed nieuws dus. Toch zal ik niet onder stoelen of banken steken dat als je van nature niet goed bent in bevrediging uitstellen voor een hoger doel, het een hele klus is om het aan te leren. M. Scott Peck zegt er zelfs dit over.
“[F]or children to develop the capacity to delay gratification, it is necessary for them to have self-disciplined role models, a sense of self-worth, and a degree of trust in the safety of their existence. These ‘possessions’ are ideally acquired through the self-discipline and consistent, genuine caring of their parents; they are the most precious gifts of themselves that mothers and fathers can bequeath. When these gifts have not been proferred by one’s parents, it is possible to acquire them from other sources, but in that case the process of their acquisition is invariably an uphill struggle, often of lifelong duration and often unsuccessful.”
Ja, dat is een pittige boodschap. De reden dat je mogelijk dus zoveel moeite hebt met zelfdiscipline is simpelweg omdat je het op jonge leeftijd nooit geleerd hebt. Misschien denk je nu “Ja maar mijn ouders waren heel liefdevol en zorgzaam voor me altijd…” of “Mijn ouders hebben me weldegelijk zelfdiscipline bijgebracht…”. Dat kan zo zijn, maar ook zij hadden hun beperkingen en zwakten en de vraag is dus vooral of je díe mate van discipline aangeleerd hebt gekregen die je nu voor jezelf verlangt om verder te komen in het leven. Als dat niet het geval is dan is het dus de kunst om dat nu zelf op te pakken.
Ik richt me dus ook graag op het positieve element van de conclusies van Goleman en Peck: het aanleren kan, alhoewel het niet makkelijk is. Helaas bieden beide heren geen al te concrete handvatten om hiermee aan de slag te gaan. Door al jarenlang met deze materie bezig te zijn vanuit een heel praktische invalshoek heb ik gelukkig wel dit soort handvatten verzameld. Je leest ze in de blog 20 Life hacks om je discipline te vergroten.
Benieuwd hoe goed jouw vermogen tot uitgestelde bevrediging was toen je nog een kind was? Vraag het je ouders eens. Zij kunnen je mogelijk een heel interessant kijkje in je vroege leven geven waardoor je beter snapt waarom je worstelt met je zelfdiscipline. Stel hen dan meteen ook een aantal andere vragen, bijvoorbeeld de volgende 71 stuks die gegarandeerd zullen leiden tot meer verbinding en diepgang tussen jou en je ouders.
Download nu “71 Vragen die iedereen zijn ouders gesteld zou moeten hebben”
Wil je ook meer verbinding en diepgang met je ouders ervaren? Download nu de vragenlijst “71 Vragen die iedereen zijn ouders gesteld zou moeten hebben”.
Laat hiernaast je gegevens achter te laten en dan krijg je hem direct toegestuurd.
Deel graag in de comments:
1 Comment