Wat te doen met briljante ingevingen
Heb jij wel eens een briljante ingeving gehad? Een idee voor een uitvinding, een geniaal businessplan, het script voor een boek, een plot voor een film? Wat heb je ermee gedaan?
Ik gaf ooit een korte training aan een groep van 35 young professionals over innovatie. Ik stelde hen dezelfde vraag: ‘Wie heeft er wel eens een briljant idee gehad? Het maakt niet uit of het nou een uitvinding was of een script voor een film of een plot voor een boek, whatever.’ Alle handen gingen omhoog. Ik pakte direct door met mijn follow-upvraag ‘En wie heeft er toen vervolgens ook iets mee gedaan?’ Alle handen gingen weer omlaag. Dit is wat we doen met onze ingevingen, dromen en ideeën. We houden ze intern en doen er niets mee. We gaan erop zitten, we broeden nog even door en zetten ze nooit in de wereld. We blijven denken in plaats van te doen. De kunst is juist om zo snel mogelijk iets te ondernemen met je ideeën, dromen en wensen. Alleen al om erachter te komen of er wel of niet iets inzit.
Helaas worden je diepste wensen en mooiste ideeën vaak al snel afgeschoten door je inner judge en door je overtuigingen over wat er wel en niet haalbaar is in deze wereld. Wat er dan gebeurt is dat het idee een beetje blijft hangen. Iets in jou wil er nog iets mee (je hebt het idee niet voor niets gekregen) en een ander stuk in je heeft het afgeserveerd. Je hangt eigenlijk in limbo en er is geen ruimte in je hoofd voor nieuwe ideeën. Eric Ries van The Lean Startup stelt dat we veel te bang zijn dat iemand anders er met ons idee vandoor gaat als we het uit zouden spreken. Maar dat is nou juist je eerste echte test. Hoe wordt erop gereageerd als je een idee deelt? Dat kan je al inzicht geven in de waarde ervan. Uit angst houden we het echter voor onszelf en komen geen stap verder. Toch kan dat anders. We hoeven de begraafplaats van onuitgesproken, ongetoetste en onuitgevoerde ingevingen niet groter te maken dan hij al is.
Ik heb ooit twee ideeën gehad waarvan ik met tevredenheid kan zeggen dat ik ze gewoon nagejaagd heb (en ook teveel die wel aan mijn eigen beperkende gedachten zijn gestorven). Tevens kan ik met ‘trots’ melden dat ze beide zonder enig ‘succes’ waren. Want dat is nou juist het effect van het gewoon proberen. Het feit dat ik er iets mee gedaan heb voelt terugkijkend al enorm succesvol, ongeacht of er uiteindelijk uiterlijk succes uit voortkomt.
De eerste ingeving was dat ik me zo’n 10 jaar geleden ergerde aan de kassabonnen die toen bij de Albert Heijn nog automatisch werden uitgeprint en aan je gegeven. Als je hem niet hoefde, zoals ik altijd, dan verdween hij in de prullenbak. De duurzame spirit in mij kon daar niet tegen: ‘Wat een verspilling. Zonde.’ Dus bedacht ik me iets. Zou er niet een businesscase zitten in het aanpassen van de software van de kassa’s van de AH zodat ze je éérst konden vragen of je de bon wilde en ze hem dan pas uitprintten met een druk op de knop. Precies zoals net nu gaat dus, maar toen was dat nog niet zo. Ik heb Excel geopend en ben gaan rekenen. Ik deed aannames over het aantal klanten per dag, zocht het aantal filialen van de AH op, schatte de gemiddelde lengte van een kassabon en vond de prijs van een pellet kassabonrollen. Binnen een half uur had ik mijn idee concreet gemaakt. Volgens mijn berekeningen kon de AH € 175.000 per jaar besparen. Toch leuk. Ik belde de klantenservice op en vroeg waar ik een suggestie over de kassasystemen kon achterlaten. Ik heb nog nooit zo’n verbaasde stem aan de lijn gehad, maar je gelooft het nooit, vijf minuten later hing ik aan de lijn met de Manager Kassasystemen Landelijk. Ik vertelde het idee en ze moest erg lachen. Ze zei dat ze het zelf ook hadden uitgerekend en dat ik er dichtbij zat. De besparing zou € 250.000 per jaar zijn, maar de investering van alles ombouwen woog er niet tegenop. Dus zouden ze het alleen op de nieuwe kassasystemen doorvoeren. Ik werd vriendelijk bedankt en hing op met niks. Oh toch wel, een prachtig uur van mijn leven! Én met een idee waar ik daarna geen dag meer over hoefde na te denken. Ik had mijn idee met een kleine test getoetst en ik kon het achter me laten. Heerlijk. Wat een rust.
Het andere idee ontstond toen ik een fragment van een voetbalwedstrijd zag waarbij Heerenveen uit speelde bij Groningen en het Heerenveen-vak naar de toenmalige coach van Groningen, Pieter Huistra, scandeerde “Pie-ter Huistra… Pie-ter Huistra… Pie-ter Huistra… je moeder is een Fries.” Ik vond het hilarisch en Huistra gaf na de wedstrijd voor de camera’s toe dat hij het gehoord had, dat het waar was en dat hij de grap wel kon waarderen. Ineens kreeg mijn geliefde sport en het bijbehorende gezang en gescandeer in de stations een veel leuker, grappiger en ludieker karakter. ‘Dat móet vaker kunnen’ dacht ik. Ik kwam in mijn hoofd tot het plan dat cabaretiers uit Nederland wel meer van dat soort mooie grappen konden bedenken en in samenwerking met de harde kern van elke grote profclub tot betere liederen en leuzen konden komen. Samen konden ze dan de tegenstander elke week wel stevig dissen, maar met respect en humor. Ik zag Hans Teeuwen al bij Ajax, Theo Maassen bij PSV, Bert Visscher bij FC Groningen en Herman Finkers bij Heracles. Ik vertelde het aan twee vrienden en die vonden het ook een topidee. Boem, eerste validatie binnen. Deel 1 van het plan getoetst en door. Wie moest dat organiseren? Wie had de autoriteit om die partijen bij elkaar te brengen? De KNVB misschien wel… Meteen ben ik
in mijn netwerk gaan kijken en vond dat de zus van een kennis bij de KNVB werkte. Haar gemaild en zo het mailadres achterhaald van een collega die meer in die richting zat. Hele verhaal op de mail gezet en na een week kreeg ik een mail terug. ‘Hey Mark, leuk idee maar we denken dat de harde kernen van de voetbalclubs daar niet aan mee willen werken omdat ze het te betuttelend zullen vinden. Bedankt voor je initiatief en wellicht een volgende keer beter.’ Fair enough. Ik snapte het wel. Zij hadden daar beter zicht op dan ik. Ik had een tweede toets uitgevoerd en mijn idee was gefalsificeerd. Niet 100%, maar ik zag wel de terecht geopperde obstakels in. Voor mij was de kous in ieder geval af toen. Ik heb me daarna geen dag meer over dat idee hoeven buigen. Ik had het verkend en als niet haalbaar verklaard. Er was weer ruimte in mijn hoofd voor nieuwe ingevingen.
Zorg dat je je ideeën, wensen en dromen zo snel mogelijk met mensen deelt en toetst. Als ze niets om het lijf blijken te hebben dan kun je door en is je hoofd leeg voor nieuwe ideeën en ingevingen. Als ze een keer raak zijn, wie weet wat het je allemaal brengt! There’s only one way to find out.
Graag hoor ik van je in de comments:
Op welke wijze heb jij wel eens een idee of ingeving getoetst? Wat leverde dat op?
Het is ongekend hoeveel meer exposure ik krijg door één enkele Facebook share, like of comment. Heb je iets aan deze blog, doe dan graag wat voor me terug door te liken of sharen op de sociale media en laat anderen direct ook profiteren van de inzichten die voor jou waardevol zijn. Dank!
4 Comments
Hoi Mark,
Mooi stuk! Mijn ervaring is precies hetzelfde met ideeën. Meteen out in the open, en kijken waar het schip strand. Er komt een dag dat het schip aanmeert… al is het nummer 99!
Ik kies overigens wel bewust mensen uit met wie ik een idee deel. Mensen waarvan ik weet dat ze kritisch zijn en tevens het beste met mij, zichzelf en de wereld voor hebben.
Groet,
Rienk